Het is weer bijna ‘business as usual’. Ik zeg ‘bijna’ want zo’n eerste werkdag is altijd een wat vreemde ervaring. Allereerst omdat je dan weer vroeg je bed uit moet, van te voren moet bedenken wat je wil lunchen (en dat dan meenemen), de sleutels van je werk niet mag vergeten en op tijd van huis moet om de trein te halen (allemaal weer gelukt vanmorgen!).
En ten tweede omdat met name de zomervakantie door de school wordt gebruikt voor onderhoudswerkzaamheden en verbouwingen. Eigenlijk weet je van te voren nooit hoe je je werkplek na de zomervakantie weer zult aantreffen.
Het begon er vanmorgen mee dat ik de fietsenstalling niet in kon. Daar wordt namelijk aan de bestrating gewerkt. Toen ik vervolgens door de gangen naar mijn kantoor liep, leek het wel alsof er een bom was ontploft: her en der stonden stoelen en (kapotte) tafeltjes en overal lag troep op de grond.
In het kantoor viel het mee, maar dat kwam omdat mijn collega Heleen er al heel wat sleep en sjouwwerk op had zitten. Tijdens onze afwezigheid is de vloer in de was gezet en na die klus zijn alle spullen willekeurig in de ruimte teruggezet. De bureaus hadden ze dit keer voor het gemak laten staan. Voor de vakantie had ik mijn bureau nog helemaal leeggemaakt, met het idee dat de schoonmaakploeg die dan een keer goed kon afstoffen. Dat heb ik nu maar zelf gedaan, want hij zag er nog erger uit dan vier weken geleden!
Van wat ik van de rest van het gebouw heb gezien, moet er nog heel wat werk worden verzet. Let wel: het nieuwe schooljaar begint al over twee weken… Ik weet niet hoe ze het doen, maar toch lukt het elk jaar weer om alles op tijd op de rit te krijgen. Dit keer zal het dus ook wel lukken.
Kortom, zo’n eerste dag kom je niet veel verder dan heel veel bijkletsen, opruimen, schoonmaken, voice-mailberichten afluisteren en de e-mail checken. Morgen is het pas echt ‘business as usual’!